Williams

Historie

Het team kent al een lange historie in de Formule1 en mag tot één van de meest succesvolste teams ooit worden gerekend. Al in 1968 richt Frank Williams zijn team op om mee te gaan doen aan het wereld kampioenschap Formule1. Tijdens de beginjaren is het maar aanmodderen voor het dan nog jonge team. Resultaten blijven uit en het constante gebrek aan geld voor ontwikkeling helpt ook niet echt mee om het team succesvol te laten zijn. Het eerste punt dat het team weet te behalen komt pas in 1973, ruim 5 jaar na de oprichting van het team. Dat eerste punt wordt behaald door een Nederlander. Gijs van Lennep weet tijdens de Grand Prix van Nederland, die wordt verreden op het circuit van Zandvoort, een 6e plaats te  behalen.

Pas in 1975 word het team ook daadwerkelijk naar de oprichter vernoemd, Williams is dan een naam die tot op de dag van vandaag garant staat in de Formule1. De echte doorbraak komt dankzij een Arabische geldschieter, hierdoor is het team ineens minder armlastig als daarvoor. Patrick Head neemt belang in het team en vanaf dat moment is Williams Grand Prix Engineering een feit en een team om rekening mee te houden. Zeker vanaf 1979 met het rijdersduo Alan Jones en Clay Regazzoni. Direct vanaf het begin van het seizoen is de nieuw ontwikkelde auto een succes. Regazzoni weet de Grand Prix van Engeland op zijn naam te schrijven. Dit betekent de allereerste overwinning van het team.

In de jaren ‘80 komt het team eigenlijk pas goed van de grond. Verschillende rijders weten overwinningen te behalen voor Williams en ook werd er drie keer de titel gepakt. Eind jaren ‘80, 1989 om precies te zijn, sluit Williams een motorendeal met Renault. Het zou voor Williams de meest succesvolste motor worden die ze ooit hebben gehad. In ‘92 is het Nigel Mansel die de titel behaalt, in ‘93 is het Alain Prost. In 1996 is het Damon Hill en in 1997 weet Jaques Villeneuve het kampioensschap te winnen. Het zou de laatste titel voor het team tot nu toe gaan worden.

Het jaar 1994 word één van de moeilijkste jaren uit de geschiedenis, niet sportief gezien maar op rijdersvlak. Ayrton Senna rijdt, na jaren voor de grootste concurrent McLaren gereden te hebben, voor het team. De auto is niet zo succesvol als in de voorgaande jaren en Senna heeft het zichtbaar moeilijk. Tijdens de Grand Prix van San Marino verliest de Braziliaan de controle over zijn bolide in een zeer snelle bocht. Ayrton Senna komt hierbij om het leven. De jonge Schot David Coulthard mag het stoeltje overnemen gedurende dit jaar. Pas in 1996 is het team weer op het oude niveau terug en pakt de titel. Damon Hill mag zich de nieuwe wereldkampioen noemen. In 1997 is het de Canadees Jacques Villeneuve die het nog een keer dunnetjes over doet en ook de wereldtitel naar zich toe weet te halen. 

Van 2002 tot en met 2005 is BMW de motorleverancier, het zou een tijd van pieken en dalen gaan worden. De motor levert van alle motoren het meeste vermogen. Het seizoen van 2003 zou het beste jaar van de combinatie Williams-BMW-Michelin worden. Hierna kan het team niet meer meedoen om de titel. In 2006 moet het team noodgedwongen uitkijken naar weer een nieuwe motorenleverancier. Die word gevonden in Cosworth, het zou geen gelukkig huwelijk gaan worden dit maal. In 2007 gaat het team verder met de Toyota krachtbronnen. Het contract is voor twee seizoenen.

In het seizoen van 2008 lijkt alles aan het begin nog goed te verlopen. In Australië weet het team negen wereldkampioenschappunten veilig te stellen. Echter, al snel wordt duidelijk dat het team het ontwikkeltempo van de concurrentie maar moeizaam kan volgen. Het team richt zich echter wel al redelijk vroeg in het seizoen op het komende seizoen van 2009 en is het eerste team dat gedurende dat seizoen al een achtervleugel voor het nieuwe seizoen test. Ook het KERS is iets waar het team zich al vroeg op richt. Hiermee probeert het team in 2009 weer de aansluiting te hervinden met de subtop, dicht achter de topteams.  

Dat lukt het team in 2009 ook aardig. Met een dubbeldeksdiffuser al direct op de wagen te hebben gemonteerd laat men bij Williams zien dat zij weldegelijk een goede wagen kunnen neerzetten. Gedurende het jaar weet Nico Rosberg regelmatig zich tussen de topteams te prikken, iets waar Nakajima meer moeite mee heeft. De samenwerking met Toyota komt ook aan het einde van dat jaar ten einde en het seizoen van 2010 luidt dan ook weer een nieuwe fase in het bestaan van Williams in.

In 2010 lijkt het team er goed voor te staan tijdens de tests welke voor het eerst slechts in februari en maart voorafgaand aan het seizoen plaats mogen vinden. Zowel Barrichello als nieuwkomer Hulkenberg zijn snel onderweg in naar later zal blijken een bijkans lege auto. Bij de race in Bahrein is al snel duidelijk dat het team weer een achterstand heeft opgelopen tijdens de winter, en dat bij de test een beetje toneel is gespeeld. Barrichello is in de eerste helgft van het seizoen de meerdere van Hulkenberg, maar laatsgenoemde komt steeds beter op gang om tenslotte in Brazilië de eerste pole sinds Juan Pablo Montoya voor zich op te eisen. De ontwikkeling welke het team dan heeft doorgemaakt gedurende het seizoen moge dan ook fenominaal genoemd worden. De nieuwe Cosworth motor mag dan wel minder zijn dan de Mercedes, Renault of Ferrari krachtbron, maar het chassis compenseert veel van het gemis. Einde seizoen wordt duidelijk dat de pole de positie van Hulkenberg bij het team niet heeft geholpen. Gedreven door het geld kiest Williams voro Pastor Maldonado naast de ervaren Barrichello die er nog een jaar aan vast knoopt.